Prekenweb.nl

  • Author: Vários
  • Narrator: Vários
  • Publisher: Podcast
  • Duration: 5575:01:02
  • More information

Informações:

Synopsis

Preken uit de Gereformeerde Gemeenten

Episodes

  • Ds. W. Visscher - Johannes 16 : 28

    21/12/2009 Duration: 01h06min

    Bijbeltekst Omschrijving: [28] ¶  Ik ben van den Vader uitgegaan, en ben in de wereld gekomen; wederom  verlaat Ik de wereld, en ga heen tot den Vader.

  • Ds. W. Visscher - Johannes 16 : 14

    21/12/2009 Duration: 20min

    Bijbeltekst Omschrijving: [14]   Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal  het u verkondigen.

  • Ds. D.W. Tuinier - Johannes 16 : 14

    21/12/2009 Duration: 01h03min

    Bijbeltekst Omschrijving: [14]   Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal  het u verkondigen.

  • Ds. D.W. Tuinier - Markus 16 : 1 - 8

    21/12/2009 Duration: 49min

    Bijbeltekst Omschrijving: [1] En als de sabbat voorbijgegaan was, hadden Maria Magdalena, en Maria, de  moeder van Jakobus, en Salome specerijen gekocht, opdat zij kwamen en  Hem zalfden.[2]   En zeer vroeg op den eersten dag der week, kwamen zij tot het graf,  als de zon opging;[3]   En zeiden tot elkander: Wie zal ons den steen van de deur des grafs  afwentelen?[4]   (En opziende zagen zij, dat de steen afgewenteld was) want hij was zeer  groot.[5]   En in het graf ingegaan zijnde, zagen zij een jongeling, zittende ter  rechter zijde, bekleed met een wit lang kleed, en werden verbaasd.[6]   Maar hij zeide tot haar: Zijt niet verbaasd; gij zoekt Jezus den Nazarener,  Die gekruist was; Hij is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats,  waar zij Hem gelegd hadden.[7]   Doch gaat heen, zegt Zijnen discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat  naar Galilea; aldaar zult gij Hem zien, gelijk Hij ulieden gezegd heeft.[8]   En zij, haastelijk uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en  ontzetting had haar b

  • Ds. W. Visscher - Mattheüs 15 : 21 - 28

    21/12/2009 Duration: 01h10min

    Bijbeltekst Omschrijving: [21] En Jezus van daar gaande, vertrok naar de delen van Tyrus en Sidon.[22]   En ziet, een Kananese vrouw, uit die landpalen komende, riep tot Hem,  zeggende: Heere! Gij Zone Davids, ontferm U mijner! mijn dochter is  deerlijk van den duivel bezeten.[23]   Doch Hij antwoordde haar niet een woord. En Zijn discipelen, tot Hem  komende, baden Hem, zeggende: Laat haar van U; want zij roept ons na.[24]   Maar Hij, antwoordende, zeide: Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren  schapen van het huis Israels.[25]   En zij kwam en aanbad Hem, zeggende: Heere, help mij![26]   Doch Hij antwoordde en zeide: Het is niet betamelijk het brood der kinderen  te nemen, en den hondekens voor te werpen.[27]   En zij zeide: Ja, Heere! doch de hondekens eten ook van de brokjes die  er vallen van de tafel van hun heren.[28]   Toen antwoordde Jezus, en zeide tot haar: O vrouw! groot is uw geloof;  u geschiede, gelijk gij wilt. En haar dochter werd gezond van diezelfde  ure.

  • Ds. W. Visscher - Johannes 15 : 3 - 4

    21/12/2009 Duration: 01h03min

    Bijbeltekst Omschrijving: [3]   Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb.[4]   Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen  van zichzelve, zo zij niet in den wijnstok blijft; alzo ook gij niet,  zo gij in Mij niet blijft.

  • Ds. A.T. Vergunst - Mattheüs 15 : 21 - 28

    21/12/2009 Duration: 01h13min

    Bijbeltekst Omschrijving: [21] En Jezus van daar gaande, vertrok naar de delen van Tyrus en Sidon.[22]   En ziet, een Kananese vrouw, uit die landpalen komende, riep tot Hem,  zeggende: Heere! Gij Zone Davids, ontferm U mijner! mijn dochter is  deerlijk van den duivel bezeten.[23]   Doch Hij antwoordde haar niet een woord. En Zijn discipelen, tot Hem  komende, baden Hem, zeggende: Laat haar van U; want zij roept ons na.[24]   Maar Hij, antwoordende, zeide: Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren  schapen van het huis Israels.[25]   En zij kwam en aanbad Hem, zeggende: Heere, help mij![26]   Doch Hij antwoordde en zeide: Het is niet betamelijk het brood der kinderen  te nemen, en den hondekens voor te werpen.[27]   En zij zeide: Ja, Heere! doch de hondekens eten ook van de brokjes die  er vallen van de tafel van hun heren.[28]   Toen antwoordde Jezus, en zeide tot haar: O vrouw! groot is uw geloof;  u geschiede, gelijk gij wilt. En haar dochter werd gezond van diezelfde  ure.

  • Ds. J.W. Verweij - 1 Koningen 14 : 1 - 6

    21/12/2009 Duration: 01h07min

    Bijbeltekst Omschrijving: [1] Te dierzelfder tijd was Abia, de zoon van Jerobeam, krank.[2]   En Jerobeam zeide tot zijn huisvrouw: Maak u nu op, en verstel u, dat  men niet merkte, dat gij Jerobeams huisvrouw zijt, en ga heen naar Silo,  zie, daar is de profeet Ahia, die van mij gesproken heeft, dat ik koning  zou zijn over dit volk.[3]   En neem in uw hand tien broden, en koeken, en een kruik honig, en ga tot  hem; hij zal u te kennen geven, wat dezen jongen geschieden zal.[4]   En Jerobeams huisvrouw deed alzo, en maakte zich op, en ging naar Silo,  en kwam in het huis van Ahia. Ahia nu kon niet zien, want zijn ogen  stonden stijf vanwege zijn ouderdom.[5]   Maar de HEERE zeide tot Ahia: Zie, Jerobeams huisvrouw komt, om een zaak  van u te vragen, aangaande haar zoon, want hij is krank; zo en zo zult  gij tot haar spreken, en het zal zijn, als zij inkomt, dat zij zich  vreemd aanstellen zal.[6]   En het geschiedde, als Ahia het geruis harer voeten hoorde, toen zij ter  deure inkwam, dat hij zeide: Kom in,

  • Ds. C.G. Vreugdenhil - Nehemia 13 : 10 - 31

    21/12/2009 Duration: 55min

    Bijbeltekst Omschrijving: [10] ¶  Ook vernam ik, dat der Levieten deel hun niet gegeven was; zodat de  Levieten en de zangers, die het werk deden, gevloden waren, een iegelijk  naar zijn akker.[11]   En ik twistte met de overheden, en zeide: Waarom is het huis Gods verlaten?  Doch ik vergaderde hen, en herstelde ze in hun stand.[12]   Toen bracht gans Juda de tienden van het koren, en van den most, en van  de olie, in de schatten.[13]   En ik stelde tot schatmeesters over de schatten, Selemja, den priester,  en Zadok, den schrijver, en Pedaja, uit de Levieten; en aan hun hand  Hanan, den zoon van Zakkur, den zoon van Matthanja; want zij werden  getrouw geacht, en hun werd opgelegd aan hun broederen uit te delen.[14]   Gedenk mijner, mijn God, in dezen; en delg mijn weldadigheden niet uit,  die ik aan het huis mijns Gods en aan Zijn wachten gedaan heb.[15] ¶  In dezelfde dagen zag ik in Juda, die persen traden op den sabbat, en  die garven inbrachten, die zij op ezels laadden; als ook wijn, druiven  en vijge

  • Ds. C.G. Vreugdenhil - Nehemia 13 : 1 - 9

    21/12/2009 Duration: 51min

    Bijbeltekst Omschrijving: [1] Te dien dage werd er gelezen in het boek van Mozes, voor de oren des  volks; en daarin werd geschreven gevonden, dat de Ammonieten en Moabieten  niet zouden komen in de gemeente Gods, tot in eeuwigheid;[2]   Omdat zij den kinderen Israels niet waren tegengekomen met brood en met  water, ja, Bileam tegen hen gehuurd hadden, om hen te vloeken, hoewel  onze God den vloek omkeerde in een zegen.[3]   Zo geschiedde het, als zij deze wet hoorden, dat zij alle vermengeling  van Israel afscheidden.[4]   Eljasib nu, de priester, die gesteld was over de kamer van het huis onzes  Gods, was voor dezen nabestaande van Tobia geworden.[5]   En hij had hem een grote kamer gemaakt, alwaar zij te voren henenleiden  het spijsoffer, den wierook en de vaten, en de tienden van koren, van  most en van olie, die bevolen waren voor de Levieten, en de zangers, en  de poortiers, mitsgaders het hefoffer der priesteren.[6]   Doch in dit alles was ik niet te Jeruzalem; want in het twee en dertigste  jaar van

  • Ds. W. Visscher - Hebreeën 13 : 15

    21/12/2009 Duration: 59min

    Bijbeltekst Omschrijving: [15]   Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen een offerande des lofs, dat  is, de vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden.

  • Ds. J.W. Verweij - 1 Koningen 13 : 6 - 10

    21/12/2009 Duration: 01h07min

    Bijbeltekst Omschrijving: [6]   Toen antwoordde de koning, en zeide tot den man Gods: Aanbid toch het  aangezicht des HEEREN, uws Gods, ernstelijk, en bid voor mij, dat mijn  hand weder tot mij kome! Toen bad de man Gods het aangezicht des HEEREN  ernstelijk; en de hand des konings kwam weder tot hem, en werd gelijk  te voren.[7]   En de koning sprak tot den man Gods: Kom met mij naar huis, en sterk u,  en ik zal u een geschenk geven.[8]   Maar de man Gods zeide tot den koning: Al gaaft gij mij de helft van uw  huis, zo zou ik niet met u gaan, en ik zou in deze plaats geen brood  eten, noch water drinken.[9]   Want zo heeft mij de HEERE geboden door Zijn woord, zeggende: Gij zult  geen brood eten, noch water drinken; en gij zult niet wederkeren door  den weg, dien gij gegaan zijt.[10]   En hij ging door een anderen weg, en keerde niet weder door den weg, door  welken hij te Beth–el gekomen was.

  • Ds. J.W. Verweij - 1 Koningen 13 : 23 - 34

    21/12/2009 Duration: 01h02min

    Bijbeltekst Omschrijving: [23] En het geschiedde, nadat hij brood gegeten, en nadat hij gedronken had,  dat hij hem den ezel zadelde, te weten voor den profeet, dien hij  had doen wederkeren.[24]   Zo toog hij heen, en een leeuw vond hem op den weg, en doodde hem; en  zijn dood lichaam lag geworpen op den weg, en de ezel stond daarbij;  ook stond de leeuw bij het dode lichaam.[25]   En ziet, er gingen lieden voorbij, en zagen het dode lichaam geworpen op  den weg, en den leeuw, staande bij het dode lichaam; en zij kwamen en  zeiden het in de stad, waarin de oude profeet woonde.[26]   Als de profeet, die hem van den weg had doen wederkeren, dit hoorde,  zo zeide hij: Het is de man Gods, die den mond des HEEREN wederspannig  is geweest; daarom heeft de HEERE hem den leeuw overgegeven, die hem  gebroken, en hem gedood heeft, naar het woord des HEEREN, dat Hij tot  hem gesproken had.[27]   Verder sprak hij tot zijn zonen, zeggende: Zadelt mij den ezel. En zij  zadelden hem.[28]   Toen toog hij heen, en vond zijn

  • Ds. J.W. Verweij - 1 Koningen 13 : 1 - 5

    21/12/2009 Duration: 59min

    Bijbeltekst Omschrijving: [1] En ziet, een man Gods kwam uit Juda, door het woord des HEEREN tot Beth–el;  en Jerobeam stond bij het altaar, om te roken.[2]   En hij riep tegen het altaar, door het woord des HEEREN, en zeide: Altaar,  altaar, zo zegt de HEERE: Zie, een zoon zal aan het huis Davids geboren  worden, wiens naam zal zijn Josia; die zal op u offeren de priesters  der hoogten, die op u roken, en men zal mensenbeenderen op u verbranden.[3]   En hij gaf ten zelfden dage een wonderteken, zeggende: Dit is dat  wonderteken, waarvan de HEERE gesproken heeft; ziet, het altaar zal  vaneen gescheurd, en de as, die daarop is, afgestort worden.[4]   Het geschiedde nu, als de koning het woord van den man Gods hoorde,  hetwelk hij tegen het altaar te Beth–el geroepen had, dat Jerobeam zijn  hand van op het altaar uitstrekte, zeggende: Grijpt hem! Maar zijn hand,  die hij tegen hem uitgestrekt had, verdorde, dat hij ze niet weder tot  zich trekken kon.[5]   En het altaar werd vaneen gescheurd, en de as van het

  • Ds. A.T. Vergunst - Mattheüs 13 : 1 - 23

    21/12/2009 Duration: 01h06min

    Bijbeltekst Omschrijving: [1] En te dien dage Jezus, uit het huis gegaan zijnde, zat bij de zee.[2]   En tot Hem vergaderden vele scharen, zodat Hij in een schip ging en  nederzat, en al de schare stond op den oever.[3]   En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende: Ziet, een  zaaier ging uit om te zaaien.[4]   En als hij zaaide, viel een deel van het zaad bij den weg; en de  vogelen kwamen en aten datzelve op.[5]   En een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel  aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had.[6]   Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden; en omdat het  geen wortel had, is het verdord.[7]   En een ander deel viel in de doornen; en de doornen wiesen op, en  verstikten hetzelve.[8]   En een ander deel viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd–, het ander zestig–, en het ander dertig voud.[9]   Wie oren heeft om te horen, die hore.[10]   En de discipelen tot Hem komende, zeiden tot Hem: Waarom spreekt

  • Ds. D.W. Tuinier - Hebreeën 13 : 5b

    21/12/2009 Duration: 48min

    Bijbeltekst Omschrijving: [5] b ...want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven, en Ik zal  u niet verlaten.

  • Ds. D.W. Tuinier - Lukas 13 : 10 - 17

    21/12/2009 Duration: 01h01min

    Bijbeltekst Omschrijving: [10] ¶  En Hij leerde op den sabbat in een der synagogen.[11]   En ziet, er was een vrouw, die een geest der krankheid achttien jaren  lang gehad had, en zij was samengebogen, en kon zich ganselijk niet  oprichten.[12]   En Jezus, haar ziende, riep haar tot Zich, en zeide tot haar: Vrouw, gij  zijt verlost van uw krankheid.[13]   En Hij legde de handen op haar; en zij werd terstond weder recht, en  verheerlijkte God.[14]   En de overste der synagoge, kwalijk nemende, dat Jezus op den sabbat  genezen had, antwoordde en zeide tot de schare: Er zijn zes dagen, in  welke men moet werken; komt dan in dezelve, en laat u genezen, en niet  op den dag des sabbats.[15]   De Heere dan antwoordde hem en zeide: Gij geveinsde, maakt niet een  iegelijk van u op den sabbat zijn os of ezel van de kribbe los, en leidt  hem heen om te doen drinken?[16]   En deze, die een dochter Abrahams is, welke de satan, ziet, nu achttien  jaren gebonden had, moest die niet losgemaakt worden van dezen band, op  den

  • Ds. C.G. Vreugdenhil - Nehemia 12

    21/12/2009 Duration: 51min

    Bijbeltekst Omschrijving: [1] ¶  Dit nu zijn de priesters en de Levieten, die met Zerubbabel, den zoon  van Sealthiel, en Jesua, optogen: Seraja, Jeremia, Ezra,[2]   Amarja, Malluch, Hattus,[3]   Sechanja, Rehum, Meremoth,[4]   Iddo, Ginnethoi, Abia,[5]   Mijamin, Maadja, Bilga,[6]   Semaja, en Jojarib, Jedaja,[7]   Sallu, Amok, Hilkia, Jedaja; dat waren de hoofden der priesteren, en hun  broederen, in de dagen van Jesua.[8]   En de Levieten waren: Jesua, Binnui, Kadmiel, Serebja, Juda, Matthanja;  hij en zijn broederen waren over de dankzeggingen.[9]   En Bakbukja, en Unni, hun broederen, waren tegen hen over in de wachten.[10]   Jesua nu gewon Jojakim, en Jojakim gewon Eljasib, en Eljasib gewon Jojada,[11]   En Jojada gewon Jonathan, en Jonathan gewon Jaddua.[12]   En in de dagen van Jojakim waren priesters, hoofden der vaderen: van  Seraja was Meraja; van Jeremia, Hananja;[13]   Van Ezra, Mesullam; van Amarja, Johanan;[14]   Van Melichu, Jonathan; van Sebanja, Jozef;[15]   Van Harim, Adna; van Merajoth, H

  • Ds. D.W. Tuinier - Lukas 12 : 16 - 21

    21/12/2009 Duration: 01h09s

    Bijbeltekst Omschrijving: [16]   En Hij zeide tot hen een gelijkenis, en sprak: Eens rijken mensen land  had wel gedragen;[17]   En hij overleide bij zichzelven, zeggende: Wat zal ik doen, want ik heb  niet, waarin ik mijn vruchten zal verzamelen.[18]   En hij zeide: Dit zal ik doen; ik zal mijn schuren afbreken, en grotere  bouwen, en zal aldaar verzamelen al dit mijn gewas, en deze mijn goederen;[19]   En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel! gij hebt vele goederen, die opgelegd  zijn voor vele jaren, neem rust, eet, drink, wees vrolijk.[20]   Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men uw ziel van u  afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, wiens zal het zijn?[21]   Alzo is het met dien, die zichzelven schatten vergadert, en niet  rijk is in God.

  • Ds. C.G. Vreugdenhil - Nehemia 11

    21/12/2009 Duration: 52min

    Bijbeltekst Omschrijving: [1] ¶  Voorts woonden de oversten des volks te Jeruzalem; maar het overige des  volks wierpen loten, om uit tien een uit te brengen, die in de heilige  stad Jeruzalem zou wonen, en negen delen in de andere steden.[2]   En het volk zegende al de mannen, die vrijwilliglijk aanboden te Jeruzalem  te wonen.[3]   En dit zijn de hoofden van het landschap, die te Jeruzalem woonden; (maar  in de steden van Juda woonden, een iegelijk op zijn bezitting, in hun  steden, Israel, de priesters, en de Levieten, en de Nethinim, en de  kinderen der knechten van Salomo).[4]   Te Jeruzalem dan woonden sommigen van de kinderen van Juda, en van de  kinderen van Benjamin. Van de kinderen van Juda: Athaja, de zoon van  Uzzia, den zoon van Zacharja, den zoon van Amarja, den zoon van Sefatja,  den zoon van Mahalaleel, van de kinderen van Perez;[5]   En Maaseja, de zoon van Baruch, den zoon van Kol–hose, den zoon van  Hazaja, den zoon van Adaja, den zoon van Jojarib, den zoon van Zacharja,  den zoon van Silo

page 218 from 263