Prekenweb.nl

Bijbeltekst Omschrijving: [16] Welgelukzalig is het volk, hetwelk het geklank kent; o HEERE!  zij zullen in het licht Uws aanschijns wandelen.

Bijbeltekst Omschrijving: [17] Zij zullen zich den gansen dag verheugen in Uw Naam, en door Uw  gerechtigheid verhoogd worden.

Bijbeltekst Omschrijving: [18] Want Gij zijt de heerlijkheid hunner sterkte; en door Uw welbehagen  zal onze hoorn verhoogd worden.[19] Want ons schild is van den HEERE, en onze koning is van den  Heilige Israels.

Bijbeltekst Omschrijving: [3]   Zeer heerlijke dingen worden van u gesproken, o stad Gods! Sela.

Bijbeltekst Omschrijving: [8] Zij gaan van kracht tot kracht; een iegelijk van hen zal  verschijnen voor God in Sion.

Bijbeltekst Omschrijving: [17]   Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal zijn  naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in hem gezegend  worden; alle heidenen zullen hem welgelukzalig roemen.

Bijbeltekst Omschrijving: [17]   Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal zijn  naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in hem gezegend  worden; alle heidenen zullen hem welgelukzalig roemen.

Bijbeltekst Omschrijving: [3] Voorwaar, ik heb U in het heiligdom aanschouwd, ziende Uw sterkheid  en Uw eer;[4] Want Uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zouden  U prijzen.

Bijbeltekst Omschrijving: [2] Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.[3] Immers is Hij mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog Vertrek, ik  zal niet grotelijks wankelen.

Bijbeltekst Omschrijving: [10] Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank  gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben,  zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des  HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan.

Bijbeltekst Omschrijving: [3]   Want Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge; Ik  zal Mijn Geest op uw zaad gieten, en Mijn zegen op uw nakomelingen.[4]   En zij zullen uitspruiten tussen in het gras, als de wilgen aan de  waterbeken.[5]   Deze zal zeggen: Ik ben des HEEREN; en die zal zich noemen met den naam  van Jakob; en gene zal met zijn hand schrijven: Ik ben des HEEREN,  en zich toenoemen met den naam van Israel.

Bijbeltekst Omschrijving: [12] Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in  mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige  Verlossing mijns aangezichts, en mijn God.

Bijbeltekst Omschrijving: [3]   Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek zal  Hij niet uitblussen; met waarheid zal Hij het recht voortbrengen.

Bijbeltekst Omschrijving: [17]   Zie, in vrede is mij de bitterheid bitter geweest; maar Gij hebt mijn  ziel liefelijk omhelsd, dat zij in de groeve der vertering niet kwame;  want Gij hebt al mijn zonden achter Uw rug geworpen.

Bijbeltekst Omschrijving: [8] Hoe dierbaar is Uw goedertierenheid, o God! Dies de mensenkinderen  onder de schaduw Uwer vleugelen toevlucht nemen.

Bijbeltekst Omschrijving: [13]   Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ga henen en zeg tot de  mannen van Juda en tot de inwoners van Jeruzalem: Zult gijlieden geen  tucht aannemen, dat gij hoort naar Mijn woorden? spreekt de HEERE.[14]   De woorden van Jonadab, den zoon van Rechab, die hij zijn kinderen geboden  heeft, dat zij geen wijn zouden drinken, zijn bevestigd; want zij hebben  geen gedronken tot op dezen dag, maar het gebod huns vaders gehoord; en  Ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende, maar gij  hebt naar Mij niet gehoord.

Bijbeltekst Omschrijving: [21]   De HEERE zeide verder: Zie, er is een plaats bij Mij; daar zult gij u op  de steenrots stellen.